Buchis (Βουχις), griekse naam van de witte stier met
zwarte kop die te Hermonthis als heilig dier werd
vereerd. Ook de egyptische naam, bh, is eerst in
de ptolemaeïsche tijd betuigd. B. werd reeds vroeg
met de locale god Montu versmolten, doch hij
gold ook als bemiddelaar of verschijningsvorm
(whm) en als 'levende ziel' van Re. Na zijn dood
werd hij, evenals de Apis-stier, een
Osiris, grieks
Osorbouchis. Hij werd op dezelfde manier gemummificeerd
en bijgezet in een gemeenschappelijke
begraafplaats, het Bucheum, dat ook 'Huis van
Atum' heette. Uit de stèles blijkt dat dit van Nectanebo
II tot Diocletianus
bestaan heeft. In de nabijheid
bevond zich de begraafplaats der stiermoeders.
Te Medamud leefde eveneens een B.-stier. Hij verbleef
in de achterste ruimte van de Montu-tempel en
verleende orakels.
Lit. RÄR 126-128; 444v.
[Vergote]