Vigiles (letterlijk 'wakers', naam van de brandweer te Rome. Tegen het einde van de republiek bezat Rome nog geen eigenlijke brandweer. Deze werd pas door Augustus na de brand van 23 vC opgericht en bestond uit 600 slaven onder bevel van de aediles. In 7 vC, toen Rome ingedeeld werd in 14 regiones en 265 vici (vicus), kregen de vicomagistri de leiding.
Een nieuwe zware brand in 6 nC bracht Augustus
ertoe een blijvende, uitgebreide organisatie
voor de brandbestrijding in het leven te roepen. Hij
vormde uit vrijgelatenen een corps van 7000 v. verdeeld
over zeven cohortes, die elk weer zeven centuriae
omvatten onder bevel van een tribunus. De algemene
leiding berustte bij een direct door de keizer
benoemde praefectus vigilum. Deze was een eques.
Traianus voegde aan hem als assistent een onder refect
toe. Bovendien breidde hij zijn oorspronkelijke
bevoegdheden uit met een beperkte jurisdictie in
zaken van brandstichting en diefstal. In de 3e eeuw
nC werd de functie veelal door bekwame juristen
bezet. Elke cohors vigilum had de zorg voor twee
regiones. Na eerst in particuliere huizen ingekwartierd
te zijn geweest, werden de v. ondergebracht in
kazernes (stationes en excubitoria), waarvan er één
in elke regio lag. In noodgevallen werden zij ook
wel voor politietaken ingezet, zoals in 31 nC bij de
arrestatie van Seianus, toen de praetorianen onbetrouwbaar
waren, of in het vierkeizerjaar 69. In
zulke gevallen ressorteerden zij met hun prefect onder
de praefectus urbi.