Ludi

Ludi, de romeinse openbare spelen en festivals, hadden vrijwel steeds een religieuze oorsprong en maakten dikwijls deel uit van de grote religieuze feesten; ze gingen dan ook gepaard met een ritueel dat aan eredienst doet denken. Tot 240 vC waren deze spelen ludi circenses en bestonden hoofdzakelijk uit paarden- en wagenrennen in de circus maximus. In 240 werden daaraan ludi scaenici toegevoegd, opvoeringen van tragedies, komedies, mimen en pantomimen, waarvoor weldra theaters en amfitheaters werden gebouwd en die spoedig een groot deel van de programma's der diverse ludi vulden. Hoewel de ludi een steeds profaner karakter gingen vertonen, werd de religieuze oorsprong nooit helemaal vergeten. De organisatie berustte bij de aedielen, die, omdat de staatskas slechts een deel van de kosten vergoedde, meestal genoodzaakt waren een ruim beroep op eigen middelen te doen om de gunst van het volk te winnen.
Van de ca. veertig soorten ludi die de romeinse feestkalender heeft gekend, waren de voornaamste (in alfabetische volgorde):

1. De ludi Apollinares, ter ere van Apollo, in 212 vC gesticht op een kritiek moment van de tweede punische oorlog. Sinds 208 vC werden ze jaarlijks op 13 juli, in de keizertijd van 6 tot en met 13 juli gevierd, aanvankelijk alleen met paardenrennen, vanaf het begin van de 2e eeuw vC ook met het opvoeren van toneelstukken.

2. De ludi Augustales of Augustalia, sinds 18 vC gevierd op 12, spoedig van 3 tot en met 12 oktober ter herinnering aan de zegevierende terugkeer van keizer Augustus uit het Oosten in 19 vC. In gereduceerde vorm bestonden ze nog in de 4e eeuw nC. Het programma omvatte circusspelen en toneelstukken.

3. De ludi Ceriales ter ere van Ceres, in de keizertijd gevierd van 12 tot en met 19 april; Cerialia.

4. De ludi Florales of Floralia, in de keizertijd van 28 april tot en met 3 mei; Flora.

5. De ludi Megalenses, ter ere van de Magna Mater van 4 tot en met 10 april; Cybele.

6. De ludi Palatini, jaarlijkse spelen ter ere van keizer Augustus, in 14 nC door diens weduwe Livia gesticht. Ze werden jaarlijks op de Palatijn gevierd van 17 tot en met 22 januari.

7. De ludi plebeii, een oud feest ter ere van Juppiter, sinds 220 vC in de circus Flaminius op het Marsveld jaarlijks gevierd op 13 november, in de vroege keizertijd van 4 tot en met 17, in de late keizertijd van 12 tot en met 16 november. Het programma bestond uit circusspelen en toneeluitvoeringen.

8. De ludi Romani of magni, zeer oud feest ter ere van Juppiter, sinds 366 vC in de circus maximus jaarlijks gevierd, aanvankelijk gedurende vier dagen, in de vroege keizertijd van 4 tot en met 19, in de latere keizertijd van 12 tot en met 15 september. Het programma bestond uit een grote optocht, sportwedstrijden en toneeluitvoeringen.

9. De ludi saeculares, het eeuwfeest ter viering van het einde van een verlopen en het begin van een aanbrekend saeculum. Deze spelen werden waarschijnlijk voor het eerst gevierd in 348 vC; voor de tweede maal hadden ze plaats in 249, voor de derde maal in 146 vC. Oorspronkelijk vooral een ceremonie om de godheden Dis Pater en Proserpina gunstig te stemmen, groeiden ze later uit tot luisterrijke plechtigheden ter ere van Juppiter, Juno, Apollo en Diana.

In de 1e eeuw vC konden de ludi saeculares tengevolge van de burgeroorlogen pas in juni 17 vC worden gevierd. Augustus maakte er een grootse manifestatie van, die tien dagen en nachten duurde en waarvoor Horatius de bewaard gebleven officiële hymne dichtte:
de drie eerste dagen en nachten waren bestemd voor offers en toneelspelen, de overige voor allerlei vermakelijkheden in circus en theater. Keizer Claudius vierde in 47 nC het 800-jarig, keizer Philippus Arabs in 248 het duizendjarig bestaan van de stad.
Agonen naar grieks model werden in Rome ingevoerd in 186 vC; keizer Nero stelde de vijfjaarlijkse Neronia in, Domitianus in 86 de vierjaarlijkse agon Capitolinus, Aurelianus in 274 de agon Solis. Zie ook Gladiator.


Lit. A. Piganiol, Recherches sur les Jeux Romains. Notes d'archéologie et d'histoire religieuse (Strasbourg 1923). J. B. Pighi, De ludis saecularibus populi Romani Quiritium libri sex (Milaan 1941). P. Brind'Amour, L'origine des Jeux Séculaires (in H. Temrini/W. Haase, Aufstieg und Niedergang der römischen Welt II, 16, Berlin/New York 1 ,1334-1417). [Nuchelmans]


Register