Nike

nike van samothrace
Nike van Samothrace
Louvre, Parijs
Nike (Νίκη), griekse godin, personificatie van de overwinning, in de literatuur het eerst vermeld door Hesiodus (Theogonie 383) als dochter van de titaan Pallas en de Styx en als zuster van Zelus, Kratos en Bia, maar mogelijk ouder. De persoonlijkheid van N. is voornamelijk door de beeldende kunst gevormd. Sinds de archaïsche periode wordt ze gevleugeld afgebeeld, meestal met elen krans of een palmtak in de hand, soms ook met een helm of een schild, en omdat zij de zege namens andere goden brengt (vooral Zeus of Athene; laatstgenoemde werd zelfs vereerd als Athene Nike), wordt ze vaak als (kleinere) secondante in de rechterhand van de grote goden voorgesteld: zo o.a. bij Phidias' grote cultusbeelden van Athene Parthenos in het atheense Parthenon en van Zeus in Olympia.

N. functioneerde niet alleen in de oorlog, maar ook bij wedstrijden. Op talloze vazenschilderingen ziet men haar terwijl ze de krans aan de winnaar overhandigt, het overwinningsoffer brengt, bij de voorbereiding daarvan assisteert enz. Haar grootste populariteit bereikte de godin tijdens de hellenistische periode, toen ze voor het eerst een eigen cultus kreeg, o.a. te Ilium, Tralles, Aphrodisias en Olbia.

Uit deze tijd (2e eeuw vC) stamt de beroemde z.g. N. van Samothrace, een 2,45 m hoog N.-beeld van parisch marmer, dat in 1863 teruggevonden is op het eiland Samothrace en thans een trappenhal van het Louvre domineert (zie links). Het prachtige marmeren N.beeld van Paeonius van Mende in het museum van Olympia dateert uit de 5e eeuw vC, evenals de 'Nikai' (vgl. muzen, chariten, nimfen) op de balustrade van de kleine tempel van Athene N. op de atheense acropolis (fragmenten in het Acropolismuseum). De Romeinen identificeerden N. met Victoria.

Lit. H. Bulle (Roscher 3, 305-358). Bernert (PRE 17, 285-307). W. Fuchs/C. Bertelli (EAA 5, 461-475). [Versnel/Nuchelmans]


mythen