Echidna

Echidna (Ἔχιδνα). Afgezien van legenden (vgl. Herodotus 4, 8-10) waarin de slang-vrouw E. door een huwelijk met Heracles stammoeder van de Scythen wordt, is zij in de griekse mythologie de oerslang, gesproten uit Phorcys en Ceto - of uit Piras en Styx, of uit Tartarus en Gaia -, soms als slang maar meestal als half vrouw half slang beschreven en uitgebeeld. Woonachtig in Cilicië, in de Hades of op de Peloponnesus, baarde E. bij het monster Typhon onder meer Cerberus, de hydra van Lerna, de Chimaera, de draken van de Hesperiden en van Colchis, bij haar zoon Orth(r)us de thebaanse sfinx en de leeuw van Nemea.

E. symboliseerde evenals haar gebroed de boosheid, waarmee Zeus en vooral Heracles de strijd aanbonden; zij gold als onsterfelijk of zou door het monster Argus gedood zijn.

Lit. Hesiodus, Theogonie 295-336. L. von Sybel (Roscher 1, 1212v). J. Escher (PRE 5, 1917-1919). A. Comotti (EAA 3, 206). [Sanders]


mythen