Ceramicus
Ceramicus (Κεραμεικός), in het oude Athene naam
van de 'pottebakkerswijk' ten noordoosten van de
agora. De deme C. lag deels binnen deels buiten
de Dipylonpoort en de Heilige poort, waardoor
de heilige weg naar Eleusis de stad verliet.
De straat van de graven
De buiten-C.
diende 16 eeuwen lang, van de 12e eeuw vC
tot de 4e eeuw nC als begraafplaats van de Atheners,
zodat deze zich tenslotte over
enkele hectaren
uitstrekte. Bij de opgravingen (voornaamste campagnes
1870-1874, 1907-1916, 1926-1943, 1956 tot
heden) zijn
ongemeen rijke vondsten gedaan. De
originelen van de mooiste monumenten - o.a. die
van
Hegeso,
Ampharete en Dexileos - en veel grafgiften
- vooral
lecythen - zijn thans in het Nationaal
Museum van Athene; andere zijn te zien
in een klein museum ter plaatse of staan nog
op
hun oorspronkelijke plaats. De gevonden ceramiek
geeft een uniek overzicht van de ontwikkeling van
deze belangrijke tak van
atheense nijverheid, die
gevestigd was in de binnen-C. tussen Dipylon-poort
en agora: van submyceens (1200-1100) via protogeometrisch
(1100-950),
geometrisch (950-700, met
de beroemde
Dipylon-vazen),
archaïsch (700-500),
klassiek (500-400) tot laatklassiek (400-300)
en hellenistisch.
Lit. Officiële publicatie der opgravingen: W. Kraiker/K.
Kübler/H. Riemann/W. Peek e.a., Kerameikos. Ergebnisse
der Ausgrabungen 1-6 (Berlin 1939-1959; wordt voortgezet).
- A. Brueckner, Der Friedhof am Eridanos in
Athen (ib. 1909). G. Karo, An Attic Cemetery (Philadelphia
1943). - A. Conze, Die attischen Grabreliefs 1-4 (Berlin
1893-1922). H. Diepolder, Die attischen Grabreliefs (ib.
1931). K. Friis Johansen, The Attic Grave Reliefs (Kopenhagen
1951).
[Nuchelmans]