Menippus (Μένιππος), griekse eigennaam. Vermelding verdienen:
(1) Menippus van Gadara, cynische wijsgeer en auteur uit de eerste helft van de 3e eeuw vC, eerst slaaf, later een welgesteld burger van Thebe. Van zijn leven is weinig bekend. Dat hij zelfmoord gepleegd zou hebben, is even ongeloofwaardig als het verhaal dat hij woekeraar zou zijn geweest. Van M.' geschriften, die 13 boeken gevuld zouden hebben, zijn slechts titels bewaard gebleven - o.a. Νέκυια (Bezoek aan de onderwereld), Διογένους πρᾶσις (De verkoop van Diogenes), Διαθῆκαι (Testamenten) en Godenbrieven - maar de inhoud kan voor een deel gereconstrueerd worden uit latere imitaties. Het waren bonte en kluchtige parodieën van epische verhalen, platoonse mythen en socratische dialogen, waarin hij op ironische wijze de grondbeginselen van het cynisme (cynici) aan de man bracht: voorkeur voor een eenvoudig leven, afkeer van zowel de dwaasheden van de massa als de schijnwijsheid der filosofen, kritiek op de traditionele opvattingen over de goden. Van deze ernst-en-luim-stijl (σπουδαιογέλοιον) in de wijsgerige literatuur schijnt M. de schepper te zijn geweest. Naar hem wordt het literaire genre waarin allerlei wijsgerige thema's met bijtende spot en (dikwijls botte) ironie overgoten worden en waarvan de vorm gekenmerkt wordt door de afwisseling van proza en poëzie (prosimetrum), de menippeïsche satire genoemd; deze is een variant van de diatribe.
In de 1e eeuw vC werd M. nagevolgd door Meleager van Gadara en door de Romein Marcus Terentius Varro (Saturae Menippeae), later door Seneca minor in diens Apocolocyntosis Divi Claudii, en vooral door Lucianus (ca. 120-ca. 180) in diens satirische dialogen en brieven. In hoeverre Horatius' Sermones onder invloed van M. staan, is een omstreden kwestie.
Naar de vorm zijn ook
Petronius' Satiricon, De
Nuptiis Philologiae et Mercurii van
Martianus Capella
en Boëthius'
Consolatio Philosophiae door de
menippeïsche satire beïnvloed. Ook middeleeuwse
en renaissance-auteurs kleedden hun beschouwingen
graag in deze populaire vorm.
Lit. Diogenes Laërtius 6, 95; 99-101. - R. Helm (PRE 15,
888-893). - Id., Lucian und Menipp (Leipzig 1906).
(2) Menippus van Pergamum,
geograaf uit de tweede helft
van de 1e eeuw vC, auteur van een Περίπλους τῆς ἐντὸς θαλάσσης (Rondvaart over de 'binnenzee',
d.w.z. de Middellandse en de Zwarte Zee), die hoofdzakelijk
namen en afstanden bevatte. Het werk is ons
vrij goed bekend uit een epitome van
Marcianus
van Heraclea (ca. 400 nC) en uit bewerkingen van
onderdelen in latere beschrijvingen van de Zwarte
Zeekunst.
Lit. Uitgaven: C. Müller, Geographi Graeci Minores 1 (Paris
1854 = Hildesheim 1965) 564-573. A. Diller, The Tradition of
the Minor Greek Geographers (Lancaster 1952) 147-164. F.
Gisinger (PRE 15, 862-888).
[Nuchelmans]