Mytilene

aquaductMytilene (Μυτιλήνα, ionisch-attisch Μυτιλήνη, latijn Mytilenae), in de oudheid en ook thans nog de belangrijkste stad van het eiland Lesbus, gelegen op de oostkust. Het oudste gedeelte van M. lag op een heuvel die in de oudheid een eilandje was en door een zeestraat van het nieuwere stadsdeel op het eigenlijke eiland Lesbus gescheiden was; de zeestraat, waarover bruggen lagen, verbond de beide havens met elkaar, de handelshaven in het noorden en de marinehaven in het zuiden. theaterIn de bloeitijd besloegen beide stadsdelen samen een gebied van ca. 140 ha, dat omgeven was door een 5 km lange muur, waarvan nog delen zichtbaar zijn, evenals van het theater en de romeinse waterleiding. De politieke geschiedenis van M., dat in de 11e eeuw vC evenals de rest van Lesbus door Aeoliërs in bezit genomen werd, vervolgens het grootste aandeel had in de kolonisatie van de Aeolis en in de 7e eeuw vC deelnam aan de stichting van Aenus in Thracië, wordt pas duidelijker in het begin van de 6e eeuw vC, toen Pittacus een einde maakte aan de ernstige partijtwisten tijdens het bewind van de tirannen Melanchrus, Myrsilus en Meleagyrus; in dezelfde tijd verloor M. zijn op het aziatische vasteland gelegen bezitting Sigeum aan Athene. In 546 vC kwam de stad onder perzische heerschappij, waaraan zij na deelneming aan de ionische opstand opnieuw onderworpen werd. Na de perzische nederlagen van 480 en 479 was zij een van de rijkste leden van de attische zeebond; in 428 tegen Athene in opstand gekomen, werd zij na een lang beleg veroverd en zwaar gestraft: haar gebied werd onder attische cleruchen verdeeld. Een nieuwe afval in 412 had evenmin succes. Het spartaanse bewind na afloop van de peloponnesische oorlog werd als zo drukkend ervaren dat M. een van de eerste steden was die zich aansloten bij de tweede attische zeebond. In de hellenistische periode deelde het de lotgevallen van de rest van het eiland: eerst onder macedonisch, vervolgens onder egyptisch, syrisch en wederom egyptisch gezag, verbond Lesbus zich in 191 vC met Rome, waarna M. een van de welvarendste steden van de provincie Asia was, die welgestelde Romeinen graag bezochten.

Vooral in de 7e, 6e en 5e eeuw vC had M. een bloeiend cultureel leven, waarvan o.a. de dichters Alcaeus en Sappho en de geschiedschrijver-etnograaf Hellanicus getuigen.


Lit. R. Herbst (PRE 16, 1411-1427). G. Colonna (EAA 5, 123v). - R. Koldewey, Die antiken Baureste der Insel Lesbos (Berlin 1890) 3-16. S. Charitonidis/L. Kahil/R. Ginouves, Les mosaïques de la Maison du Ménandre à Mytilene (Antike Kunst, Beiheft 6, Bern 1970). [Nuchelmans]


Kaart