Mantinea

theaterMantinea (Μαντινέα, Μαντίνεια), arcadische stad, op 630 m hoogte gelegen in het midden van een vruchtbare vlakte (ca. 13 x 7 km) ten noorden van Tegea, welke van lager niveau is dan de aangrenzende vlakte van Tegea zelf en daarom neigt tot moerassigheid; het was van belang de katavothroi, waar het water onderaards verdwijnt, goed open te houden, en over die kwestie en de grenzen hadden M. en Tegea doorlopend onenigheid. De stad is waarschijnlijk gesticht in de 6e eeuw vC door συνοικισμός van de vijf in de vlakte gevestigde demen en was bekend om zijn evenwichtige, gematigd democratische staatsvorm. M. schijnt aanvankelijk antispartaans geweest te zijn, maar zocht toenadering tot de Spartanen tijdens de perzische oorlogen (490-480) en was hun behulpzaam tegen de opstandige messeense heloten (460 vC); in die eeuw was het expansief en maakte omliggende staatjes tot vazal. In 420 schaarde het zich echter aan de zijde van Athene, Argos en Elis tegen Sparta (verdrag gedeeltelijk bewaard: IG12, 86; vgl. Thucydides 5, 29); het werd oorlogsterrein in 418 en moest na de spartaanse overwinning op de alliantie zijn vazalstaten opgeven; in 387 vC zette Sparta zelfs de ontmanteling van M. door.

De boeotische overwinning bij Leuctra in 371 vC bracht herstel van M.; de Mantineeër Lycomedes was een van de grote voorvechters van de oprichting van de arcadische bond en van de stichting van Megalopolis. In 362 had bij M. de slag plaats die een einde maakte aan het streven van Thebe naar de hegemonie over Griekenland. stad

In de rest van de 4e en in de 3e eeuw vinden we M. in botsing afwisselend met Sparta en de achaeësche bond, totdat het 223 vC werd verwoest en uitgemoord door de macedonische koning Antigonus Doson. Terstond door Antigonus hersticht, kreeg de stad nieuwe bewoners en een nieuwe naam, Antigonea (Ἀντιγόνεια), lid van de achaeësche bond. M. kwam in de keizertijd opnieuw tot bloei; 125 nC herstelde keizer Hadrianus de oude naam in ere. Franse opgravingen (1887-1889) hebben resten van de stadsmuur, van de agora en van een theater aan het licht gebracht.


Lit. Inscripties in TG 5, 2 (ed. F. Hiller von Gaertringen, 1913), nrs 261-342. - Pausanias, Periegesis 8, 8-10. - F. Bölte (PRE 14, 1290-1344). A. di Vita (EAA 4, 818v). - G. Fougeres, Mantinée et l'Arcadie orientale (Paris 1898). [te Riele]


Kaart