Spreuken

Spreuken (LXX Παροιμίαι, Vg Proverbia of Liber proverbiorum), in het OT de titel van een boek dat gerekend moet worden tot de wijsheidsliteratuur. Het opschrift wijst Salomo als de auteur aan, maar uit de inhoud blijkt dat andere wijzen en groepen van wijzen aan de totstandkoming hebben bijgedragen.

tekst

De indeling is als volgt:

1-9: vermaningen als inleiding tot de aanbeveling van de wijsheid;
10,1-22,16: een bundel met spreuken van Salomo; 22,17-24: woorden der wijzen met een aanhangsel;
25-29: spreuken van Salomo, verzameld in opdracht van koning Hizkia;
30: spreuken van Agur;
31,1-9: woorden van Lemuël, koning van Massa, ontleend aan zijn moeder;
31,1-31 eind: een acrostichon met een loflied op de goede huisvrouw.

In het algemeen wordt aangenomen dat de hoofdstukken 10-22 het hoofdbestanddeel vormen en verzameld zijn in de periode tussen Salomo en Hizkia. De verwantschap tussen 22,17 vv en de wijsheidsspreuken van Amenemope in Egypte (ca. 1000 vC) pleit voor een vroege datering. Spr. 1-9 herinneren naar de inhoud aan Jesaja, Jeremia en Deuteronomium en bevatten de jongste stukken.

De inhoud is in het algemeen pedagogisch van strekking met op de achtergrond een beschaafde elite, die onderricht geeft in levenskunst en mensenkennis. De leidende gedachte is de vreze des Heren als beginsel der wijsheid. De vorm van de vermaning is zo pregnant dat menige spreuk tot spreekwoord kon worden.


Lit. Commentaren: J. van der Ploeg (Roermond 1952). B. Gemser² (Tübingen 1963). R. B. Scott (New York 1965). H. Ringgren/W. Zimmerli, Sprüche, Prediger'à (Das Alte Testament Deutsch 16,1, Göttingen 1980). - G. Fohrer/U. Wilckens (ThW 7, 476-510). - J. Schmidt, Studien zur Stilistik der alttestamentlichen Spruchliteratur (Aittestamentliche Abhandlungen 13, 1, Münster 1936). Ch. Kayatz, Studien zu Proverbien 1-9 (Neukirchen 1968). [Beek]


Afkortingen Lijst van Namen