Sefanja

Sefanja (hebreeuws se'fanjāh, 'Jahweh bewaart'; LXX Σοφονίας, Vg Sophonias), naam van verschillende personen in het OT. De bekendste is een van de z.g. kleine profeten, die onder koning Josia optrad (639-609). Hij was een tijdgenoot van de eerste jaren van Jeremia's optreden. Op zijn naam staan het boek S. en een apocalyps; de laatste is alleen bekend. uit een citaat van Clemens van Alexandrië.

tekst

Het eerste deel van het boek S. (1,2-2,3) is gericht tegen Jeruzalem; het bevat profetieën, die de dag van de komst des Heren aankondigen als een straf voor syncretisme en geldzucht, en een vermaning. Daarop volgen dreigende woorden tegen Filistijnen, Moab en Ammon, Egypte en Assyrië (2, 4-15). Dan komt een profetie tegen de corrupte leiders van Jeruzalem (3, 1-8). Het slot bestaat uit twee beloften, een voor de volken en een voor Jeruzalem (3, 9-13), en-een epiloog, die opwekt tot blijdschap en troost biedt (3, 14-20). Het is duidelijk dat de prediking van S. gericht was tegen overmoed en syncretisme en daarom gedateerd moet worden vóór de hervorming onder Josia in 622 vC. S. legt de nadruk op de door niets te weerhouden straffende hand van God en roept op tot gerechtigheid en ootmoed om aan het oordeel te ontkomen. De authenticiteit en eenheid van het boek wordt, op enkele postexilische toevoegingen na, algemeen erkend.


Lit. Commentaren: J. M. P. Smith (Edinburgh 1912, ³1948). F. Horst (Tübingen 1938, ³1964). H. Kühner (1943). D. Deden (Roermond 1953). A. Deissler/M. Delcor (Paris 1964). R. Vuilleumier/C. Keller (Neuchâtel 1971). - G. Gerleman, Zephanja. Textkritisch und literarisch untersucht (Lund 1942). [Beek]


Afkortingen Lijst van Namen