Timotheus (Τιμόθεος), reisgezel van de apostel
Paulus, zoon van
een gelovig geworden joodse vrouw en een griekse
vader (Hand 16,3). T. begeleidde Paulus op diens
tweede en derde missiereis (Hand 17, 14v; 1 ,5; 19,
22; 20, 4) en werd door Paulus meermalen met een
zending belast: naar
Thessalonica (lTh 3, 2-6), naar
Macedonië (Hand 19, 22; Phil 2, 19) en naar
Corinthe
(lCor 4, 17; 16, 10; 2Cor 1, 19). Hij deelde blijkens
de opschriften van de
gevangenschapsbrieven
Paulus' gevangenschap; volgens de aan T. gerichte
pastorale brieven was hij ook later Paulus'
reisgezel (lTim 1, 3; 2Tim 4, 21). De traditie eert T.
als bisschop van Ephese.
Lit. E. Fascher (PRE 6A, 1342-1354). Zie Pastorale brieven.
[Bouwman ]