Bildad (hebreeuws bildad), een der vrienden van Job
(Job 2,11), afkomstig uit Suah. Volgens Albright is
de naam oorspronkelijk Jabildada geweest, volgens
een andere hypothese Bel'adad = Heer Adad. In
de dialoog met Job houdt hij de redevoeringen van
cp 8, 18 en 25 (+ 26,5-14?), waarbij hij de stellingen
van zijn voorganger Elifaz bekrachtigt en zich
voor de traditionele vergeldingsleer op het getuigenis
der ouden beroept.
Lit. W. F. Albright, The Name of B. the Shuhite (AJSL 12,
1927v, 31-36).
[Beek]